Gemeente Groningen en ENTRANCE bundelen krachten voor energietransitie

20 June 2024

Groningen, 20 juni 2024

Gemeente Groningen en ENTRANCE – Centre of Expertise Energy van de Hanze hebben een overeenkomst getekend om concrete bijdragen te leveren aan het versnellen van de energietransitie. Samen gaan zij initiatieven en innovatieprojecten ontwikkelen die van groot belang zijn voor de gemeente, haar burgers en bedrijven.

Door gezamenlijk onderzoek en onderwijs te ondersteunen en bedrijven en studenten te begeleiden, leren beide partijen van elkaar en van de innovaties waaraan ze werken. Deze samenwerking verbetert de kennispositie en innovatiekracht, geeft richting aan gezamenlijke projecten en betrekt jonge mensen bij de energietransitie.

De gemeente Groningen werkt al jaren aan de energietransitie in samenwerking met maatschappelijke organisaties zoals woningcorporaties, energiecoöperaties, kennisinstellingen, burgers en bedrijven. Wethouder energietransitie Philip Broeksma: “In Groningen voelen we de urgentie om zo snel mogelijk alternatieven in te zetten voor fossiele energiebronnen. Dat kunnen we als gemeente niet alleen en daarom werken we al jaren, binnen de energieregio Groningen, samen met maatschappelijke partnerts. ENTRANCE levert met haar kennis, educatie en experimentele aanpak een belangrijke bijdrage aan de versnelling van die transitie. Groningen is blij dat we die samenwerking van een nieuwe impuls kunnen voorzien met de ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst”.

“ENTRANCE staat bekend als dé kennisplaats in Noord -Nederland op het gebied van energietransitie en circulariteit. Door co-creatie streeft het energie expertisecentrum naar oplossingen die realiseerbaar, herbruikbaar en opschaalbaar zijn,” verklaart Marcel Koenis, directeur Strategie en Innovatie van ENTRANCE. “Dankzij de samenwerking versnellen we door nieuwe initiatieven te ontwikkelen rondom aardwarmte, zon en wind, warmtenetten en waterstof. Ook wordt het MKB ondersteund in de verduurzaming van hun bedrijfsvoering om hun concurrentiepositie te versterken,” voegt hij toe.