Hoe kan de Nederlandse energiemarkt georganiseerd worden, zodat deze aansluit bij het veranderende energiesysteem? Deze vraag staat centraal in het project MODES (Market Organization of the Dutch Energy System).
De uitstoot van broeikasgassen moet in 2030 in Nederland met 55% verminderd zijn ten opzichte van 1990. En in 2050 willen we per saldo geen uitstoot meer hebben. Hoe we het energiesysteem hiervoor moeten aanpassen, staat in het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE). Dit plan definieert de pijlers van een duurzaam energiesysteem voor Nederland.
Andere bronnen, ander systeem
Een belangrijke verschuiving in de energiemarkt is die van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energiebronnen. Deze laatste komen volgens plan grotendeels vanaf de Noordzee. Een andere verandering is dat energiediensten meer met elkaar vervlechten. De energiemarkt was traditioneel ‘opgedeeld’ in segmenten voor warmte (gas), transport (benzine, diesel), industrie (kolen) en elektriciteit (kolen en gas). In de toekomst zal elektriciteit ook energie voor warmte en transport gaan leveren. Deze vervlechting vereist een andere marktorganisatie.
Vraag en aanbod in evenwicht houden
Daarnaast staan we voor de uitdaging dat duurzame energiebronnen variabel zijn qua aanbod, omdat dit door weersomstandigheden bepaald wordt. Het aanbod komt niet altijd overeen met de energievraag. Om vraag en aanbod in evenwicht te houden op de markt, moet het aanbod van energie over de tijd worden uitgesmeerd. Dit kan bijvoorbeeld door opslag ervan in batterijen of door het om te zetten in waterstof. Ook vragen we van consumenten steeds meer flexibiliteit in hun energievraag om de markt in evenwicht te houden. Dit kan zelfs nieuwe verdienmodellen voor bedrijven opleveren.
Samen nieuwe marktorganisatie vormgeven
Dit moeten we allemaal regelen via een nieuwe marktorganisatie van de energiemarkt. En dit soort marktordeningsvragen staan centraal in het onderzoeksproject MODES (Market Organization of the Ducth Energy System). Dit project is door de Rijksoverheid en TopSector Energie via NWO uitgezet en gegund aan een Nederlands onderzoeksconsortium geleid door TU Delft. Hierin wordt samengewerkt met tientallen partijen, waaronder de Hanze.
De rol van de ENTRANCE
De rol van de Hanze (ENTRANCE) binnen dit project is om de verbinding met de praktijk te leggen. Om zowel met inwoners als met bedrijven te kijken hoe om te gaan met het marktsysteem van de toekomst. Met bedrijven onderzoeken we bijvoorbeeld de mogelijkheden van dynamische contracten en manieren om energie op te slaan in batterijen of om te zetten in waterstof. Via een consumentenpanel kijken we hoe inwoners hun gedrag aan kunnen en willen passen.
Resultaat van dit project zijn wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen over de manier waarop de markt georganiseerd kan worden op de korte en lange termijn.
Projectduur: januari 2025 – december 2030
Totaalbudget van het project: €4.400.000
Budget ENTRANCE: €234.500
Partners: TU Delft, Universiteit Utrecht, TU Eindhoven, Universiteit Twente, RSM/Erasmus Universiteit, Rijksuniversiteit Groningen, Tilburg Universiteit, TNO, Hogeschool Arnhem en Nijmegen
Ministerie van Economische Zaken, EBN, TenneT, Energie Nederland, NWEA, Gemeente Groningen, Trinomics
Thema: Lokale en Regionale Energiestrategieën
Betrokken lectoraten:
Welke beleidsinstrumenten kunnen Europese steden inzetten om de invoering van Positive Energy Districts te bevorderen?