2 juli 2024
Desinformatie is recent door het World Economic Forum aangeduid als één van de grootste bedreigingen van de westerse samenleving. Ironisch wellicht, want het WEF en Klaus Schwab worden juist heel vaak genoemd door complotdenkers als de leiders van de elite die het allemaal voor ons bepalen, die ons met microchips besturen, zoals we ook op de spandoeken bij de omgekeerde vlaggen langs de A7 bij Marum kunnen zien. Op de spandoeken worden rechtszaken aangekondigd tegen allerlei personen omdat die het publiek zouden hebben voorgelogen tijdens de coronapandemie. Het schijnt overigens een verdienmodel te zijn, want het zijn nog geen civiele rechtszaken, die worden pas aangespannen als er voldoende funding is binnengekomen.
Dat desinformatie zo’n belangrijk element in ons dagelijks leven is geworden kent verschillende oorzaken. Wie het boek van Huub Modderkolk, ‘Dit wil je echt niet weten’ heeft gelezen ziet dat de toename ook komt vanwege geopolitieke spanningen. Rusland en China hebben niets aan een goed functionerende EU en zullen alles doen om de publieke opinie te beïnvloeden, zoals Modderkolk omschrijft. China is continu op zoek naar meer data over ons en grijpt alles aan om de databases die het al heeft uit te breiden.
Maar ook dichter bij huis, in ons eigen landje zijn er groepen mensen actief om desinformatie te verspreiden, soms zelfs als omroep (Ongehoord Nederland) binnen ons eigen bestel. Bekend is natuurlijk hoe de week van de lentekriebels is gekaapt, overigens volgens wederom Modderkolk, gefinancierd door conservatieve denktanks uit de VS en kerkelijke organisaties uit Rusland.
Op de Hanze doen we sinds enige tijd onderzoek naar weerbaarheid tegen desinformatie. De start lag, niet verassend rond de corona-epidemie, waar online veel onzin werd verspreid tot en met dat 5G masten het coronavirus zouden verspreiden. Maar ook binnen de energietransitie en rondom klimaatverandering zijn er veel pogingen om onze opinies te beïnvloeden. Zo hebben wij ooit eens gereageerd op een Dagblad van het Noorden artikel dat windmolens giftige dampen veroorzaken. Maar ook de vermeende geluidsoverlast is een probleem met onshore windmolens, terwijl internationale en nationale studies geen significante gezondheidsproblemen van omwonenden van windmolens kunnen aantonen. Volgens anderen moeten we stoppen met het plaatsen van windmolens omdat er zoveel vogels tegenaan zouden vliegen. Uit recent onderzoek van de US Fish and Wildlife Service blijkt dat echter dat katten vele keren meer (zie figuur hieronder) vogels doden dan windmolens. Voor de instandhouding van de vogelpopulatie zouden maatregelen tegen katten vele malen effectiever zijn dan het stoppen met windmolens.
Waarschijnlijk zit de overlast van windmolens tussen de oren, maar dat is een gewaagde opmerking. Feit is dat we alle energie nodig hebben als we een fossielvrije samenleving willen (en moeten hebben). Dan zullen er meer windmolens moeten komen, natuurlijk bij voorkeur op zee, maar we zullen er niet aan ontkomen dat er ook windmolens op land bij moeten.
Jülide Kont is ruim twee jaar geleden begonnen met een promotieonderzoek naar wat mensen kwetsbaar kan maken tegen desinformatie en hoe we groepen mensen weerbaarder kunnen maken. Inmiddels is een eerste systematische literatuurstudie gepubliceerd en is haar tweede paper under review. In dat tweede onderzoek heeft ze 29 Nederlandse en Duitse jongeren (18 – 30 jaar) geïnterviewd en bevraagd naar hoe ze met informatie in het algemeen, en specifiek desinformatie omgaan. Het blijkt dat beschikbare middelen (bijv. economische of sociale) en structurele ongelijkheden een cruciale rol spelen bij de vaardigheden die jongvolwassenen (kunnen) ontwikkelen om te dealen met desinformatie, wie ze vertrouwen en de (des-)informatie die ze tegenkomen. Dit laat zien dat de wortels van het probleem veel dieper liggen dan vaak (publiekelijk) wordt besproken en dat, hoewel educatie belangrijk is, alleen vertrouwen op onderwijs en educatie is niet voldoende om de weerbaarheid van mensen tegen desinformatie te vergroten.
Naast debunking, zoals bijvoorbeeld fact-checking, wordt prebunking genoemd: preventief ontkrachten. Als je weet wat Rage Bait betekend, herken je het ook sneller en beter als je er in het echt mee wordt geconfronteerd. Rage bait is niets anders dan pesten, om een reactie van de ander uit te lokken, wat een bepaald soort genoegen geeft. Verspreiders van desinformatie spelen vaak op de persoon, gebruiken hoofdletters, gebruiken idiote vergelijkingen, enzovoort. Kennis van de tactieken van verspreiders van nepnieuws helpt ons dit beter te herkennen en maakt ons weerbaarder.
Ik hoor sommigen van u denken, maar wat heeft dat nou met de energietransitie te maken? Nou alles! Bekend zijn de campagnes ten opzichte van elektrische auto’s. Lobbyorganisaties, wel of niet gesteund door de auto- of fossiele industrie, willen ons graag laten geloven dat de productie van Elektrische Voertuigen (EV) veel meer CO2 vergt dan de productie van brandstofmotoren. Dat klopt wel, maar in het gebruik stoten EVs geen CO2 meer uit, terwijl fossiele brandstoffen dat wel doen. Oliebedrijven hebben meer geïnvesteerd in de lobby om verregaande klimaatmaatregelen tegen te gaan, dan dat ze investeren in alternatieven voor fossiele brandstoffen. Een ander voorbeeld uit de energietransitie zijn warmtepompen, die voor te veel geluidsoverlast zouden zorgen. Gelukkig is er steeds meer aandacht voor het debunken van desinformatie (EV & Warmtepompen).
En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Het is belangrijk om het debat te voeren, maar niet zinvol om continue in het debat te moeten wijzen op onwaarheden.
Het is voor ons als kennisorganisatie erg belangrijk om ons met desinformatie en het bestrijden ervan bezig te houden. In onze belangrijke maatschappelijke opgaven zien we de negatieve invloed van desinformatie helaas te vaak, of het nou 5G, Energie en duurzaamheid of gezondheid betreft. We zien helaas te veel pogingen om de publieke opinie negatief te beïnvloeden en we moeten in ons onderwijs en onderzoek feiten blijven herhalen en deze pogingen voor zover als mogelijk in de kiem smoren.