Minder is het nieuwe meer: Off-grid wonen – Arnoud Hoekema

5 juni 2024

In Nederland groeit de woningnood met de dag. Gepaard met deze ontwikkeling groeit de wens van menig mens naar kleiner wonen dan traditioneel gebruikelijk is. Bijvoorbeeld wonen in tiny houses of zelfs off-grid woningen, waarbij men zichzelf voorziet bij het gebruik van nutsvoorzieningen. Het blijft echter lastig te achterhalen hoe gemeenten omgaan met deze vraag naar huisvesting. Er blijkt namelijk nogal een willekeur te zitten per gemeente en per ambtenaar. Het vergt een kritische blik op wet- en regelgeving, beleid en bestuurscultuur.  

De omgevingswet

Per januari 2024 is er een nieuwe Omgevingswet in Nederland ingetreden. Vrijwel alle bestaande wet- en regelgeving voor de leefomgeving gaat op in de Omgevingswet, een optelsom van 26 bestaande wetten zijn opgeslurpt in één wet. Gemeentes moeten veiligheid, gezondheid en milieu waarborgen. Daarnaast moeten zij klimaatverandering tegengaan en ook het cultureel erfgoed behouden. De vraag is hoe gemeentes dit allemaal gaan regelen. De Omgevingswet kent een geheel nieuwe opzet en bestaat uit een samenhangend stelsel van instrumenten. Zes instrumenten vormen de gereedschapskist van de Omgevingswet.

Eén van deze instrumenten is het omgevingsplan, het is de opvolger van het bekende bestemmingsplan. Met het omgevingsplan geven gemeentes inhoud aan hun kijk op off-grid wonen en tiny wonen en is daarom cruciaal voor het realiseren van tiny houses & off-grid woningen. Als het Besluit activiteiten leefomgeving of Besluit bouwwerken leefomgeving voor een bepaald onderwerp geen regels stellen, heeft de gemeente in principe de beleidsvrijheid om in het omgevingsplan daar zelf regels voor te stellen. Daarbij gelden uiteraard grenzen:

Vervolgens is het kerninstrument de Omgevingsvergunning ook van groot belang. Dit is een relevant instrument voor mensen die off-grid willen gaan wonen. Aangezien de woonwens om te wonen in een tiny house niet voldoet aan de strikte vereisten van wonen wordt dus in beginsel geen vergunning afgegeven. Gelukkig is hier ruimte om te experimenteren en te beoordelen aan gelijkwaardige oplossingen zoals mijn voorganger heeft aangekaart in haar onderzoek. In de nieuwe Omgevingswet is er een experimentsbepaling opgenomen. Deze geeft de mogelijkheid om, onder goede argumentatie, af te wijken van de ‘strikte’ eisen. Ook kunnen gemeentes een voorbeeld nemen aan de gelijkwaardige oplossingen voor tiny wonen en off-grid wonen die er nu al zijn.

Beleidsvrijheid

De kwaliteit van de fysieke leefomgeving wordt niet alleen bepaald door wet- en regelgeving. De bestuurlijke cultuur, de kennis en kunde van bestuurders, ambtenaren en initiatiefnemers zijn minstens zo belangrijk. De Omgevingswet beoogt een impuls te geven aan bestuurlijke en ambtelijke processen en samenwerking. Concreet gaat het erom dat bestuurders en ambtenaren de wil hebben om de fysieke leefomgeving integraal te benaderen, dat zij geen risicomijdend gedrag tonen, ruimte laten voor privaat initiatief, de participatieve aanpak toepassen en zorgen voor voldoende kennis en vaardigheden en een toereikende uitvoeringsorganisatie. Als een besluit eenmaal is genomen, moeten bestuurders ook durven doorpakken.

Parallel aan de implementatie van de Omgevingswet wordt daarom ook op gedragsverandering ingezet. Naar voorbeeld van de ontwikkelingen in het sociale domein, kan in het omgevingsrecht veel meer worden uitgegaan van het oplossend vermogen van private partijen. De rol van de overheid zou dan beperkt kunnen blijven tot het bieden van een vangnet waar dat vermogen ontbreekt. Met deze omslag van denken wordt door middel van proefprojecten en het tonen van goede voorbeelden tiny wonen en off-grid wonen bevorderd.

In dit onderzoek zijn resultaten uit gesprekken met verschillende gemeentes zowel in als buiten Groningen meegenomen. En in elk gesprek kwam als succesfactor wel nog steeds die ene ambtenaar naar voren. Hier gaat een nieuwe Omgevingswet helaas geen oplossing voor bieden. Het vergt een transitie in beleidscultuur om van deze willekeur af te komen.