30 november 2021
Blog door Ben Verwey
Als kersverse student volgde ik colleges Burgerlijk – en Handelsrecht bij lector Van Baars. In die tijd deden we niet aan voornamen en waren lectoren ‘hoogleraren’ aan de rand van de eigen wetenschappelijke discipline (economie in mijn geval). Ze hingen er een beetje bij. Dat bleek ook wel uit hun verschijning. Markante types die niet echt ‘blended’ met de overige wetenschappelijke populatie van de faculteit. De heren (diversiteit moest nog uitgevonden worden) droegen vrolijke tweed jasjes in plaats van streng driedelig grijs. Ze doceerden vooral met verhalen tijdens college, waar je dan ook met veel plezier naar toe ging. En ze hadden bijzondere nevenfuncties.
Het was de tijd van allerlei Clubs en Van Baars was mede-oprichter van de Club van Actieve Niet-rokers (CAN), een burgerinitiatief avant-le-lettre, dat streed voor de belangen van iedereen die (mee)roken hinderlijk vond. De CAN probeerde rookvrije ruimtes te realiseren, en hadden in Van Baars een warm pleitbezorger. Echter, roken was in die tijd doodnormaal en totaal geïncorporeerd in ieders sociale leven. Op verjaardagen stonden naast de glazen voor de wijn, de Camels met filter voor tante Nel en de Caballeros zonder voor oom Jan. In het laatste jaar op de middelbare school had ik net de geneugten van het roken ervaren in de voorloper van de vrijmibo – het theehuis in een oud noodlokaal. Dus ondanks zijn enthousiasme voor het alternatief en de humor van Van Baars, bleef zijn narratief, zeg je dan tegenwoordig, bij mij niet echt hangen. Sterker nog, in de daarop volgende jaren ontwikkelde mijn (rook)gedrag onder invloed van reclame, goedkope aanbiedingen en de sociale omgeving waarin ik mij bewoog, zich juist in een geheel andere richting.
Als werkstudent kon ik het mij bijvoorbeeld veroorloven om in plaats van vier weken in de zomer met de duim of trein Europa te verkennen, drie keer per jaar met mijn vrienden op Schiphol in het vliegtuig te stappen voor een tripje naar verre oorden. Daar was je de pascontrole nauwelijks voorbij (Schengen had nog niemand van gehoord behalve als je weleens in Luxemburg had gewandeld, en veiligheid was nog niet zo’n dingetje), of je struikelde over de reclameborden. Ze schreeuwden het je toe. De ene aanbieding nog aantrekkelijker dan de andere! Bij thuiskomst was de rugzak steevast vol met taxfree ingekochte tabak en een paar goede flessen gedistilleerd. Het heeft even geduurd voordat ik mij anders ging gedragen.
De overheid (zijn we dat uiteindelijk niet zelf?) heeft drie soorten instrumenten voor de beïnvloeding van ons individuele en collectieve gedrag: communicatieve, economische en juridische. In allerlei soorten en maten verhalen, prikkels en regels: te gebruiken om de bevolking, ons, de juiste kant op te leiden. Als dat niet goedschiks gaat met een publiekscampagne hier of een subsidie daar, dan maar kwaadschiks met een heffing, en anders gooien we er een nieuwe wet tegenaan. Werkt die beïnvloeding nou echt, gaan we ons anders gedragen, en waarom wel of niet? Hoe verhouden zich die instrumenten, heb je ze allemaal nodig, of kun je volstaan met een ervan, gedurende korte tijd. Interessante thematiek voor onderzoek, zoals mijn rook-casus laat zien.
De tijden zijn inmiddels veranderd (voor wat betreft het roken), en toch ook weer niet. Onlangs heeft de Oldambster gemeenteraad zich gebogen over het programma Zon en Wind. Het vastgestelde programma zal de bestuurlijke basis vormen voor de inrichting van de leefomgeving en het landschap in Oost-Groningen met het oog op grootschalige duurzame opwekking van energie. Voor diverse stakeholders hét moment om met hun narratief de besluitvorming over de regels in de door hen gewenste richting (niet per sé die van inwoners) te duwen. Met geld uit een subsidiepot (die we zelf gevuld hebben) leveren ze een grote bijdrage aan de opgave voor duurzaam opgewekte energie, geven uitwerking aan de gemeentelijke Omgevingsvisie over de leefomgeving, en helpen bovendien in belangrijke mate het Ommelander ziekenhuis in Scheemda aan een gezonde bedrijfsvoering. Energietransitie is zo bezien zelfs de basis onder een bereikbare tweedelijns gezondheidszorg. Tja, wat een verhaal…
De Barn Talk begin november ging over de betekenis van de energietransitie voor werk en de portemonnee. Die kapstok werd niet helemaal waargemaakt, ondanks de pogingen van de gespreksleider de panelleden (allemaal lokale politici) te verleiden tot inzage in hun concrete gedrag: wat ga je nu anders doen? Bijna allemaal hielden ze zich op de vlakte en grepen vooral naar de stok achter de deur. Regels en sancties, soms verpakt als preek, of als wortel, zoals een klimaatplan bij een aanbesteding. Al met al wel wat teleurstellend voor onze toekomstige overheid en een gemiste kans om met visie echt vorm te geven aan de energietransitie, aan hoe we willen leven in deze wereld. Al hoorde ik een lichtpuntje. Kinderen op een basisschool vonden klimaat het grootste probleem, en hebben dus een ‘challenge’ gedaan: allemaal een maand lang met de fiets naar school. ‘Begin bij jezelf’ en ‘jong geleerd, is oud gedaan’. Ik kreeg meteen herinneringen aan de eindeloze rij fietsenrekken op weg naar het college van Van Baars. De fietsenrekken staan er tegenwoordig niet meer zag ik laatst, het zijn parkeerplaatsen geworden, toch een veeg teken.
Wat mijn rookgedrag betreft: Ik ben gewoon van de ene dag op de andere dag gestopt. Na elke frisse ochtendwandeling naar het station, eerst door de roken-coupé te moeten lopen in de trein was een stimulans. Net zoals het bij een werkbezoek aanschouwen van de binnenkant van een long van een overleden roker. De prijs van sigaretten ging stelselmatig flink omhoog. Tabaksreclame werd, ondanks hevig consumentenverzet, en zware lobby van de industrie, uiteindelijk verboden. Het hangt af van het verhaal, van de omstandigheden en van de maatregelen. Dan ineens verander je gedrag, na pakweg 23 jaar.
Gedrag veranderen van iets dat zo tot in onze haarvaten verknoopt is met alles wat we elke dag doen als het gebruiken van energie, kost tijd, heel veel tijd. Van de wekkerradio die ’s morgens aanspringt tot aan de espresso na het avondeten. Van de verwarming die zorgt voor een comfortabele thuiskomst tot aan de autorit voor de wekelijkse boodschappen in de supermarkt. Van het opladen van je telefoon en laptop tot aan de electrische fiets waarmee je naar het werk gaat. We zijn ons nauwelijks meer bewust van hoeveel energie we eigenlijk gebruiken. En we realiseren ons nauwelijks wat het betekent als we dat anders moeten doen.
Dan toch veranderen vraagt om een verhaal dat klopt vanuit een brede context van het algemeen belang, en voor een langere periode. En uiteraard een verhaal dat klopt vanuit mijn eigen persoonlijke perspectief. We wonen niet voor niks in een ontwikkeld westers land, in deze tijd met al zijn mogelijkheden, toch.
Dan toch veranderen vraagt ook om de juiste omstandigheden om je anders te gedragen. Een passende ‘infrastructuur’ voor de juiste prijs voor het juiste gedrag. Dat stimuleert.
En dan toch veranderen vraagt om de juiste regels om blijvende verandering te borgen, want het nieuwe gedrag moet beklijven, anders werkt het niet.
Alle drie de instrumenten moeten ingezet worden, wil de beïnvloeding werken, en dan nog kost het veel tijd zoals de rook-casus laat zien. Roken is immers vooral een hedonistische activiteit. En is geen levensvoorwaarde, al zullen echt verslaafden daar anders over denken. Verandering in energiegebruik heeft, gelet op onze grote afhankelijkheid van energie in alle mogelijke vormen, een enorme impact op hoe we leven, op onze leefomgeving en hoe die er uit ziet. Energietransitie als verandering van gedrag is dus van de lange adem. Daar gaat wel een generatie over heen.
De CAN bestaat overigens nog steeds. Geheel in stijl is de nogal activistische naam aan de heersende tijdgeest aangepast – Clean Air Nederland.
Ben W. Verwey is buitenpromovendus bij het EnTranCe lectoraat Communication, Behaviour and the Sustainable Society (CBSS). Hij onderzoekt de invloed van overheidsmaatregelen op ons gedrag, aan welke voorwaarden moet een economische maatregel als subsidie voldoen om effectief te zijn, en hoop hiermee het noodzakelijke proces van verandering te kunnen versnellen.